Fiat 1100 1600 Cabrioregister
Fiat 1100 1600 Cabrioregister
Welkom bij het Fiat 1100 – 1600 cabrioregister waar meer informatie over deze Fiat modellen zal worden gegeven.
Registerbeheerder is Theo van den Berg
Wetenswaardigheden:
Alle geleverde types en motoren op een rijtje:
- Productiejaren van 1959-1966
- 1200 (118G) 4 cil. 59 pk
- 1500S (118S) OSCA 4 cil. 80 pk
- 1500 (118H) 4 cil. 72 pk
- 1500 (118K) 4 cil. 83 pk (reportage)
- 1600S (118SA/SB) 4 cil .90/100 pk
- Topsnelheid ± 160 km/h
- Wielbasis 2.340 mm
- Lengte 030 mm
- Breedte 1.520 mm
- Massa 905-105 kg
- 1500 en 1600 Cabriolet of Coupé
- Voorganger Fiat 1100 TV / 1200 TV Trasformabile
- Opvolger Fiat 124 Sport / Spider
Artikel uit Auto Motor Klassiek (AMK):
Restauratieverslag: Fiat 1500 uit 1961
Il meglio dei due mondi – het beste van alles
Tekst: Jouke Bloem, foto’s: eigenaar.
Dit is de laatste, zo stelt Theo van den Berg, hij heeft zo’n twintig Fiat’s opgeknapt en wilde met dit project zijn persoonlijke droomauto bouwen. Een cabrio uit de 118 serie met alle voordelen en bijzonderheden van de diverse types (1200, 1500, 1500S). De vroege 1200 is de mooiste, de 1500 rijdt prettiger met zijn grotere motor en de vijfbak. Na twee jaar hard werken staat hier het resultaat, precies zoals hij het voor ogen had.
“Misschien pak ik nog eens een 1200 Cabriolet als project op; dat model vind ik mooier. Daar staat tegenover dat de 1500 prettiger rijdt, met zijn grotere motor en de vijfbak,” zo vertelde Theo een aantal jaren geleden al eens aan onze redactie. Als merkspecialist kiest hij normaal gesproken juist graag voor het origineel houden van auto’s. Al vele jaren investeert Van den Berg (72 jaar) in de reproductie van onderdelen om liefhebbers van de klassieke Fiat Cabriolet van onderdelen te voorzien en zo de kwaliteit van de auto’s te bewaken. Fiat Coupé of Cabriolet eigenaars van de 1200/1500-generatie komen van over de hele wereld bij hem voor advies en onderdelen. Andersom gaat hij zelf (virtueel) ook de wereld over voor onderdelen, Italië zelf natuurlijk maar ook richting Vietnam en China als dat nodig is. Met zijn internationale netwerk beleeft hij veel plezier aan het vinden van oplossingen. Voor zichzelf heeft hij ook meer met projecten en restaureren dan met het daadwerkelijke rijden. Maar met dit laatste restauratieproject kan daar wel eens verandering in komen. Het is niet alleen de auto geworden zoals hij die zelf het mooiste vindt om te zien maar ook de best rijdende, al moet dat laatste vanaf nu in de praktijk nog bewezen worden.
De eerste kennismaking met het merk gaat ruim vijftig jaar terug toen hij zijn doorgeroeste Kever inruilde op een vroeg type 118. Dat zal ergens in 1969 zijn geweest. Die Fiat 1200 Cabriolet was op dat moment zes jaar oud en kwam toevallig op zijn pad. Typisch geval van jeugdige onbezonnenheid want er was natuurlijk van alles mis met die wagen. Toch was het zaadje gepland en zo groeide de liefde voor het merk. Vele auto’s van allerlei merken volgden tot hij in de jaren negentig een fraaie 1500 Cabriolet tegenkwam. Dit keer was het een perfect verzorgd exemplaar, hij ging dan ook al snel opnieuw overstag. Feit dat het binnen de club een model was dat maar weinig voorkwam sprak hem daarbij aan. Na deze hernieuwde kennismaking heeft hij nog maar liefst zes andere modellen uit deze reeks gerestaureerd, vier daarvan zijn vanaf de bodem opnieuw opgebouwd. In totaal zijn er overigens zeker twintig Fiats door hem opgeknapt. Ook is Theo actief bij de Fiat club betrokken en heeft hij al vele reisjes richting het thuisland Italië gemaakt. Hij weet dus wel waar hij het over heeft. Dat maakt de auto uit deze reportage ook des te meer bijzonder. Het kenteken moet nog geregeld worden, daarom is dat niet zichtbaar op de foto’s.
Eenvoudige carrosserie restauratie
Deze Fiat is vanuit Amerika naar Duitsland gehaald. Daar heeft hij vele jaren in een loods staan wachten op zijn verdere lot. Theo vond de super gave 1200 via-via net over de grens bij een voormalig ingenieur die hem zo’n twintig jaar geleden had aangeschaft via een kennis. De beste man is begin jaren negentig enthousiast begonnen aan de restauratie van de koets maar is daar door allerlei omstandigheden ook weer mee gestopt. Uiteindelijk heb je dan geen puf meer en moet het ding maar weg. Theo trof de auto en dozen vol onderdelen ergens in een opslag achter en onder van alles en nog wat, hij memoreert “Ik kon hem daardoor moeilijk bekijken, maar het verhaal van de eigenaar en wat ik wél zag was precies wat ik zocht.” De koop werd dan ook rond gemaakt en de wagen ging op transport richting Vught. Toen begon de klus!
De carrosserie was nog erg gaaf zo bleek toen de body terugkwam van het straalbedrijf, er was geen laswerk van betekenis nodig. De binnenzijde was keurig voorzien van een extra laag polyester body schutz. Restte Theo nog het schuren en strak maken van de buitenkant voordat de auto richting de spuiter kon. Nu twee jaar verder staat er een unieke Fiat 1200 met de uitstraling van een 1500S (OSCA) en de techniek van een 1500 118K. De Cabriolet kreeg een compleet gereviseerde 1500 Lampredi vier in lijn motor en vijfversnellingsbak. Ook de aandrijflijn en achteras zijn van de latere 118K. Aan de voorzijde kwamen schijfremmen (eveneens van de 1500). Trommelremmen kunnen prima werken maar schijven is toch beter en ze vragen minder onderhoud. De inzet van deze modificaties was natuurlijk het verhogen van het rijplezier, daarnaast was het belangrijk dat de auto vlot en zeker met het huidige verkeer mee kan komen. Dat is prima gelukt zo hebben de eerste voorzichtige proefritten geleerd. Om de betrouwbaarheid te vergroten is er gekozen voor een wisselstroom dynamo. Deze levert vanaf stationair toerental al direct voldoende spanning. Het origineel met aparte spanningsregelaar is storingsgevoeliger bovendien. Voor de koeling is een nieuwe aluminium radiateur gepakt. Ten eerste omdat het origineel lastig te vinden is, maar ook omdat deze een betere koelcapaciteit biedt bij een lager eigen gewicht. Aardige bijkomstigheid is dat de alu kleur mooi staat als je door de grote grille van deze Fiat naar binnen loert. Oog voor detail dus!
Uiterlijke kenmerken
Voor wat betreft de uitstraling van de door Pininfarina ontworpen Cabriolet maakte Theo trefzeker zijn eigen keuzes. Zo is de originele rode kleur vervangen voor het prachtige medio grigio van nu, wat overigens wel een originele kleur voor deze auto was destijds. Het was een uitdaging om matching deurpanelen te vinden bij het leer van de stoelen. Alle bekleding die je ziet is overigens nieuw. De foto’s laten zien dat het een smaakvol geheel is geworden. Bij een cabrio is het interieur toch een belangrijk onderdeel van de algehele uitstraling van de auto. Gelijk de cabriokap, die is door Theo compleet vernieuwd en komt uit de eigen voorraad. Algemeen lijkt het prijsniveau van de onderdelen overigens alleszins redelijk, zeker gezien de zeldzaamheid.
Kenners merken op dat deze auto tochtraampjes in de portieren heeft, origineel zaten die alleen op de 1500S uitvoering, goed gezien. Ook de fraaie luchthapper in de motorkap komt van die 1500S en is er door Theo bij gehaald, deze heeft overigens helemaal geen functie anders dan dat het mooi staat. De grote glimmende bek eronder, de grille, is afkomstig van een 1500S OSCA. Het mag dan allemaal misschien niet origineel zijn, het oogt wel zo en we snappen heel goed waarom deze keuzes zijn gemaakt. Het totaalplaatje klopt gewoon perfect. Het Italiaanse OSCA is overigens hetzelfde idee als Cooper voor de Engelsen of Gordini voor de Fransen, de sportief gemotoriseerde versie met een link naar de autosport.
Bij het verhaal over de spaakwielen spits ik mijn oren. Die komen namelijk van een Engelse MG onderdelenleverancier. Navraag leert dat er in die tijd overigens volop Engelse onderdelen werden gebruikt, bijvoorbeeld voor de remmerij. Nooit gedacht eigenlijk. Om die verchroomde wielen te kunnen monteren zijn er hubs van een andere auto passend gemaakt voor deze situatie, de maat klopte natuurlijk weer net niet met de gaten op de auto. Na het op maat maken is het geheel verzinkt en lijkt het alsof het nooit anders geweest is. Verchroomde spaakwielen is niet ieders smaak maar daar geeft Theo niets om, het is zijn project zo stelt hij duidelijk.
Techniek en rijden
Bij het bestuderen van de foto’s valt de bijzondere stuurinrichting op. Kijk maar eens goed naar de foto van de motorruimte. Nadeel van deze technische oplossing is dat het stuur best heel erg rechtop en ver het interieur in staat, weinig sportief zou je zeggen maar zo was dat toen. Deze starre stuurinrichting is gebruikt vanaf 1959 tot 1964. In 1964 kwam de 118K met onder andere de vijfde versnelling en de gedeelde stuurinrichting.
Omdat Theo in onderdelen doet, geniet hij zelf ook van de luxe van een riant magazijn vol gebruikte en nieuwe onderdelen. Het toont daarnaast zijn grote betrokkenheid bij deze vroege modelreeks van het Italiaanse merk, rijk worden is namelijk nooit de inzet van deze handel geweest, de juiste onderdelen van een goede kwaliteit vinden is dat wel. Bestellingen via Fiatoscaspecialparts.nl komen letterlijk van over de hele wereld. Van een Fiat stickerset tot een cardanas, plaatwerk, waterslangen of een complete set rubbers voor de wielophanging, het is te vinden in de webshop. Ook hebbedingen zoals schaalmodellen zijn online te bestellen.
Op het moment van schrijven moet het kenteken voor deze auto nog aangevraagd worden. Met de nodige RDW keuring zal het wel loslopen, daarvoor heeft Theo voldoende ervaring in dit wereldje. Voor wat betreft de techniek staat deze Fiat klaar voor grootse avonturen. Of dat er van komt zal de praktijk leren. Binnen de Fiat Club Nederland wordt er alvast uitgekeken naar het eerste treffen, het resultaat van Theo zijn droomproject zal onder liefhebbers zeker een gezonde discussie met vele nieuwsgierige vragen opleveren.
Ook dat is Fiat
Fiat heeft naast auto’s ook vrachtauto’s (tegenwoordig Iveco), landbouwwerktuigen, treinen, vliegtuigen, ruimtevaartcomponenten en productiemiddelen gebouwd en was betrokken bij de ontwikkeling van allerlei apparaten die je niet verwacht van een autobouwer. Ik noem bijvoorbeeld koelkasten die in de jaren vijftig helemaal hot waren. Er zijn zelfs Nederlandstalige folders van beschikbaar. Het laat bij elkaar mooi zien wat voor een industriële grootmacht Fiat is geweest.
Motorisering van dit model
We gaan even terug naar 1957, toen de firma OSCA (Officine Specializzate Costruzioni Automobili) – tien jaar eerder gesticht door de broers Maserati – een partner zocht om haar in eigen huis ontwikkelde 1500-motor met twee bovenliggende nokkenassen in productie te nemen. Fiat liet zich van het concept overtuigen en beschikte daarmee direct over een fraai staaltje techniek. Deze motorisering bood een prima basis voor een sportief, open tweedeursmodel. Pinin Farina (toen nog in twee woorden geschreven) kreeg de ontwerpopdracht en presenteerde het resultaat op de Autosalon van Turijn in 1958. Met wat we nu weten was dat de proefballon voor de later gepresenteerde 1200 Cabriolet, die in maart 1959 op de Autosalon van Genève schitterde.
Van geavanceerde aandrijftechniek was aanvankelijk geen spoor te bekennen, maar dat compenseerde de 1500 Cabriolet een half jaar later ruimschoots, voortgestuwd door de 80 pk sterke OSCA-motor. Met de prestaties zat het met 80 pk wel goed maar de betrouwbaarheid was een punt van zorg, niet goed voor de reputatie natuurlijk. Dat werd beter toen ingenieur Aurelio Lampredi een minder exotisch 1500-blok ontwikkelde. Deze motor werd in 1961 als eerste in een sedanmodel gebruikt, twee jaar later was daar de 1500 Cabriolet. De 1500 Lampredi 118.000 had 72 pk), de latere 118C000 kreeg iets meer 83 pk (vanaf 1964/65) en is gebruikt voor de auto van deze reportage. De verkopen schoten met sprongen omhoog door de betere motorisering, mede geholpen door de introductie van een vijfversnellingsbak in 1965. De op zich fraaie Coupé-versie is overigens nooit in grote aantallen geleverd. Alle coupés en cabrio’s werden in 1966 vervangen door de nieuwe 124 Coupé en Spider.
Fiats in hun natuurlijke omgeving.
Wat een heerlijk beeld, Italy loves Fiat.