Fiat 130
De Fiat 130 is de opvolger van de Fiat 2300.
Aurelio Lampredi ontwierp de motor. De zescilinder motor die hij ontwierp was in de eerste versie van de Fiat 130 een V6 van 2.8-liter inhoud en een vermogen van 140 pk, later 160 pk. In tegenstelling tot wel beweerd wordt, is het niet dezelfde motor als in de Ferrari Dino. De carrosserie is ontworpen in Fiat’s eigen ‘Centro Stile’. De vorm was een doorontwikkeling van de kleine Fiat 128 maar veel groter met een lengte van 4750 mm, een breedte van 1803 mm en een gewicht tussen de 1474 en 1615 kilogram.
De 130 Berlina kon naar wens geleverd worden met talrijke extra’s: airconditioning, elektrisch bedienbare ruiten, sperdifferentieel, lichtmetalen velgen, lederen bekleding en een automatische versnellingsbak. In het voorjaar van 1971 werd een technische update uitgebracht met een vernieuwd interieur en een grotere motor van 3.2 liter inhoud en een vermogen van 165 pk: de Fiat 130 Berlina 3200.
Een groot succes was de 130 niet; van de 130 Berlina 2800 (1969-1971) werden naar schatting 3000 exemplaren geproduceerd, van de Berlina 3200 (1972-1977) naar schatting 12.000.
Op de bodemplaat van de 130 Berline ontwierp Paolo Martin van het ontwerpbureau Pininfarina de Coupé.
Het ontwerpen van een coupé was niet vanaf het begin voorzien. Er werd besloten een Coupé te ontwerpen om een extra variant aan te kunnen bieden en de tegenvallende verkoopaantallen van de Berlina te stimuleren. In technisch opzicht was de Coupé identiek aan de Berlina. Toch werden voor de Coupé enige vernieuwingen bedacht die later ook bij de Berlina werden toegepast. Net als bij de Berlina kon de klant kiezen uit een handgeschakelde vijfversnellingsbak of een drietraps automaat.
Ook van de Coupé zijn niet veel exemplaren geproduceerd: tussen 1971 en 1977 4493 stuks.
De Fiat 130 is de opvolger van de Fiat 2300.
Aurelio Lampredi ontwierp de motor. De zescilinder motor die hij ontwierp was in de eerste versie van de Fiat 130 een V6 van 2.8-liter inhoud en een vermogen van 140 pk, later 160 pk. In tegenstelling tot wel beweerd wordt, is het niet dezelfde motor als in de Ferrari Dino. De carrosserie is ontworpen in Fiat’s eigen ‘Centro Stile’. De vorm was een doorontwikkeling van de kleine Fiat 128 maar veel groter met een lengte van 4750 mm, een breedte van 1803 mm en een gewicht tussen de 1474 en 1615 kilogram.
De 130 Berlina kon naar wens geleverd worden met talrijke extra’s: airconditioning, elektrisch bedienbare ruiten, sperdifferentieel, lichtmetalen velgen, lederen bekleding en een automatische versnellingsbak. In het voorjaar van 1971 werd een technische update uitgebracht met een vernieuwd interieur en een grotere motor van 3.2 liter inhoud en een vermogen van 165 pk: de Fiat 130 Berlina 3200.
Een groot succes was de 130 niet; van de 130 Berlina 2800 (1969-1971) werden naar schatting 3000 exemplaren geproduceerd, van de Berlina 3200 (1972-1977) naar schatting 12.000.
Op de bodemplaat van de 130 Berline ontwierp Paolo Martin van het ontwerpbureau Pininfarina de Coupé.
Het ontwerpen van een coupé was niet vanaf het begin voorzien. Er werd besloten een Coupé te ontwerpen om een extra variant aan te kunnen bieden en de tegenvallende verkoopaantallen van de Berlina te stimuleren. In technisch opzicht was de Coupé identiek aan de Berlina. Toch werden voor de Coupé enige vernieuwingen bedacht die later ook bij de Berlina werden toegepast. Net als bij de Berlina kon de klant kiezen uit een handgeschakelde vijfversnellingsbak of een drietraps automaat.
Ook van de Coupé zijn niet veel exemplaren geproduceerd: tussen 1971 en 1977 4493 stuks.
Over de Fiat 130 houdt uw webmaster een uitgebreide website bij, kijk maar hier.
Fiats in hun natuurlijke omgeving.
Wat een heerlijk beeld, Italy loves Fiat.